Sinds de wijziging van de AOW leeftijd is dit een veelgehoorde vraag. En terecht. Met name als je nu tegen de 60 jaar loopt en al op jonge leeftijd bent begonnen met werken. Er is een hele groep mensen die inmiddels al meer dan 40 jaar werkzaam is (grotendeels in een tijd dat er nog geen Arbowetgeving was). Een groep die niet meer in aanmerking komt voor Vut of een prepensioenregeling en nu een pensioenoverzicht ontvangen waarop staat dat ze pas met 67 jaar met pensioen kunnen gaan.
Zo ook Gerrit, net 60 jaar geworden en al vanaf zijn 16e werkzaam in de bouw. Gerrit is nog van de oude stempel en is al die tijd niet alleen werkzaam geweest in dezelfde branche maar ook nog eens bij dezelfde werkgever. Gerrit zag het niet meer zo zitten. Het werk werd hem lichamelijk allemaal teveel en dan het idee dat hij nog zeven jaar moest!
Gelukkig voor Gerrit is er een oplossing. De overheid heeft de AOW leeftijd verhoogd en hierop hebben de pensioenfondsen de pensioenrichtleeftijd aangepast naar 67. Daarnaast is er een streep gezet door alle Vut en prepensioenregelingen. Dit houdt in dat er niet meer extra gespaard kan en mag worden om eerder te stoppen met werken. Het is gelukkig nog wel mogelijk om je opgebouwde ouderdomspensioen eerder in te laten gaan. Je kan jouw pensioenfonds verzoeken om de pensioenuitkeringen in te laten gaan op bijvoorbeeld je 63e. Er gebeuren dan twee dingen. Ten eerste ga je minder lang premie betalen en bouw je dus uiteindelijk minder pensioen op. Ten tweede moet het pensioenfonds (statistisch) een aantal jaren langer uitkeren. Hierdoor zullen uiteindelijk de pensioenuitkeringen lager worden.
Nu terug naar Gerrit. Hij had zoals genoemd vrij veel dienstjaren. Hierdoor heeft hij best een aardig ouderdomspensioen opgebouwd. Gerrit heeft een eigen woning die hij heeft gekocht in het guldentijdperk voor een bedrag waar je tegenwoordig een garagebox voor kunt kopen. De hypotheek op deze woning is al geruime tijd afgelost. Zijn lasten zijn dus beperkt. We hebben samen berekend welk inkomen Gerrit nodig heeft als hij niet meer zou werken. We hebben een bedrag gekozen waar hij, na aftrek van de vaste lasten, genoeg aan overhoud om van zijn oude dag te kunnen genieten. Vervolgens heb ik voor Gerrit uitgerekend dat hij zijn pensioendatum kon vervroegen naar 62 en drie maanden. De pensioenuitkeringen zijn dan hoog genoeg om op het eerder vastgestelde bedrag uit te komen. Dat scheelt hem toch bijna vijf jaar werken. Hij sprong een gat in de lucht.
Ik besef me heel goed dat deze oplossing prima kan uitpakken voor mensen van de generatie van Gerrit. Bij latere generaties zie je dat de gemiddelde arbeidsduur steeds meer afneemt, daarnaast speelt ook dat pensioenregelingen steeds soberder worden. Door de gestegen huizenprijzen gecombineerd met de ruime hypotheekverstrekkingen zullen ook de woonlasten van latere generaties na hun pensioendatum toenemen. Reden te meer voor deze generaties om tijdig te kijken naar hun financiële situatie nu en in de toekomst, zodat ook zij net als Gerrit toch eerder kunnen stoppen met werken.