Afgelopen juni/juli heb ik deel mogen nemen aan een bijzondere expeditie; het beklimmen van de Carstensz Pyramide in Papoea, de meest oostelijke provincie van Indonesië. Een berg die met zijn 4884 meter hoogte behoort tot een van de ‘seven summits’, de hoogste toppen van elk contitent, in dit geval het continent Oceanië. Het bijzondere aan deze expeditie is het thema ‘Firefighters – Burn survivors’. Het doel van de expeditie is mens en maatschappij inspireren. Laten zien dat iedereen, met of zonder beperkingen, tot grote prestaties in staat is. Dat je, zolang je uitgaat van je mogelijkheden in plaats van je beperkingen, boven jezelf uit kunt stijgen en letterlijk de top kunt bereiken. Samen met twee andere brand overlevers en drie brandweermannen van het korps Amsterdam – Amstelland gingen we op avontuur in het bergachtige, zeer afgelegen landschap van Papoea.
Dag 1 – 7 (de tocht) Hier werd meteen duidelijk waarom deze expeditie zo bijzonder is: je begeeft je in een van de meest afgelegen gebieden ter wereld, je komt er niemand tegen, alleen de expeditieleden en de Papoea dragers. Voordat je het basiskamp van de berg bereikt, staat er een ‘wandeling’ van zeven dagen te wachten. Dit werd een zware beproeving. De eerste twee dagen loop je door dichtbegroeide, warme jungle met een luchtvochtigheidsgehalte van bijna 100%. We stegen die twee dagen 900 meter. Dit hoogteverschil werd de volgende dag goed voelbaar; een beetje licht in het hoofd en snel buiten adem omdat er op deze hoogte (rond de 3000 meter) minder zuurstof in de lucht zit. Deze dag maakte de jungle plaats voor weidsere, nog wel drassige, landschappen en passeerden we een aantal bijzondere rotspilaren, deze zijn ontstaan door recente vulkanische activiteit in het gebied. Dag vier kregen met een nieuwe uitdaging te maken: de hitte. ’s Nachts had het nog -10 gevroren maar later warmde het snel op tot 30 graden, op open vlaktes zonder schaduw. Voor mij persoonlijk was dit de zwaarste dag. Bij het kamp aangekomen waren onze spullen er nog niet waardoor we onze tent niet op konden zetten. In foetushouding heb ik liggen wachten in het prikkende hooi. Ik lag totaal niet lekker maar het kon mij niet deren. Dag vijf ging de tocht verder over het 3600 meter hoge Kembalo plateau. De jungle en heuvels werden verruild voor aanzienlijk vlakker terrein en omdat de grond kurkdroog was door de aanhoudende droogte, was het lopen hier goed te doen. Dag zes noemde ik al grappend de ‘Last hill route’. De bergen kwamen in zicht en leken dichterbij te komen. Echter was en dan nog een heuvel, en nog een, en nog een, en nog een; er leek geen eind aan te komen. Veel stijgen maar ook veel dalen, daardoor niet zoveel hoogtemeters vandaag. Dag zeven werd het flink klimmen, waarbij de wandelstokken vaak vooruit werden gegooid. Een mooie voorbereiding op wat ons de volgende dag te wachten staat. Na een week bikkelen eindelijk op het basiskamp aangekomen, onze eerste overwinning. De volgende overwinning stond de volgende dag te wachten…
Dag 8 (de top) Na een nachtrust van 6 uur ging het om 04:00 dan eindelijk beginnen: de beklimming van de Carstensz Pyramide, een bijzonder afgelegen berg die slechts door tientallen klimmers per jaar wordt beklommen. Omdat we in het donker begonnen hadden we moeite om het beginpunt van de klim te vinden. Hierdoor verloren we al flink wat tijd aan het begin van de dag. Uiteindelijk begonnen we rond 07:00 uur aan de klim, geheel uitgedost in ons klimoutfit. Gelukkig hadden we wederom goed weer; volop zon en laaghangende bewolking. Het was zwaar, zeer zwaar. Als je nog nooit in je leven een berg hebt beklommen is deze berg echt een hele uitdaging. Steile wanden werden met handen en voeten beklommen. Gelukkig ging het erg goed. De Tyrolean Travers, een overhang over een ravijn, werd voor mij het grootste obstakel. Hangend met handen en voeten aan een touw jezelf naar de overkant trekken met gehavende handen ging niet helemaal lekker. Halverwege kon ik niet meer en heb ik losgelaten. Hoewel je aan 5 touwen en een staalkabel vastzit gaat het toch tegen je natuur in om los te laten. De brandweermannen die inmiddels al aan de overkant stonden hebben me naar de overkant getrokken. Deze korte inspanning had alle energie uit mijn handen, armen en benen gezogen. Gita besloot na de Tyrolean Traverse niet verder te gaan naar de top. Door deze emotionele beslissing, en de geleverde inspanning van daarvoor, kwam ik een een dipje terecht. Een erg kort dipje gelukkig, want enkele seconde later voelde ik een enorme boost door mijn lichaam vloeien. Zoveel mensen hadden mij van tevoren gezegd dat ik zeker de top zou gaan halen, en dat ging ik waar maken ook! Hoewel de afstand vrij kort leek was het nog zeker 2 uur naar de top van de berg. Zwalkend met het schuim op mijn mondhoeken riep ik naar mijn buddy Hans: “We gaan die top halen, we gaan !@#$%^&*()_+ die top halen!!! Om 16:00 uur, 12 uur na vertrek, stonden we op de top. Het gevoel dat ik daar kreeg valt met geen pen te beschrijven, zó bijzonder! Zo hard voor gewerkt. Niet alleen vandaag, maar de hele week en het voorgaande halfjaar in de voorbereiding. Toen de documentairemaakster vroeg wat er door me heen ging kreeg ik een brok in mijn keel, ik was sprakeloos, iets wat niet vaak (eigenlijk nooit) voorkomt. De laaghangende wolken leken wel kussentjes waar je overheen kon springen. Veel tijd om te genieten hadden we niet, we wilden namelijk graag de Tyrolean Traverse weer oversteken nu het nog licht was. Dat lukte gelukkig. De rest hebben we in het donker geabseild. Geholpen door het felle licht van de volle maan. Na een dag van 20 uur! keerden we iets na middernacht terug in het basiskamp. Moe, maar meer dan voldaan! Iedereen was zwaar onder de indruk van deze dag en onze geleverde prestatie.
Dag 9 – 13 (de terugreis) Waar een heenreis is, is ook een terugreis. Na een onverwachte rustdag stond ons nog een wandeling van 4 dagen te wachten. De eerste twee dagen volgden we dezelfde route als de heenweg. Na deze twee dagen werd besloten om een andere route te volgen. Deze zou korter zijn en was nu mogelijk vanwege de aanhoudende droogte. Het kan zijn dat deze route qua kilometers korter was, maar hij duurde langer. Vooral de laatste dag werd dit pijnlijk duidelijk: ze hadden ons verteld dat we iets na de lunch aan zouden komen bij het beginpunt van onze tocht. Dit werd echter 00:00 ’s nachts. Een dag van 16 uur wandelen door dichtbegroeide en benauwde jungle, met te weinig water en geen echte maaltijd, was een memorabele afsluiter van deze bijzondere expeditie. Na een korte nachtrust van 4 uur vlogen we weer terug naar de bewoonde wereld in Timika.
Deze expeditie is een onvergetelijke ervaring geweest, een uitputtingsslag, een letterlijk hoogtepunt in mijn leven. Ik hoop dat wij hiermee hebben laten zien ieder mens, met of zonder beperkingen, tot grote prestaties in staat is. Tot nu toe was dit in ieder geval mijn grootste prestatie.