Een gevleugelde uitspraak? Dat gaat te ver, maar bovenstaande titel is toch tientallen keren bij me over tafel gegaan de laatste jaren. Aanleiding vormt het periodiek onderhoud waarbij we, samen met de klant, al zijn zaken op een rijtje zetten. Een van de onderwerpen die ik standaard aan de orde stel is de nabestaandenvoorziening. Met andere woorden: wat laat je je vrouw (of man) na als je komt te overlijden?
In veel gevallen is er wel iets geregeld. Vaak is er een overlijdensrisicoverzekering gekoppeld aan de hypotheek, zodat die maandelijkse last in ieder geval is afgedekt. Ook wordt via de werkgever wel een stukje nabestaandenpensioen opgebouwd. Een klant vindt over het algemeen dat hij dan wel meer dan voldoende geld heeft uitgegeven aan periode dat hij er toch zelf niet meer bij is.
"Maar als dat nou eens te kort is om van rond te komen?" gooi ik op tafel. Dat is vaak het moment waarop ik te horen krijg: "Dan zoekt ze maar een ander" of "Dan gaat ze toch gewoon weer werken?" Of ze dat even voor mij op een papiertje willen schrijven. Voor het geval ik met een huilende weduwe aan tafel zit, vraag ik altijd met een glimlach.
Ik reken mijn klant voor hoe zijn gezin eraan toe zou zijn, als hij morgen een hartinfarct zou krijgen. Dan wordt het opeens heel concreet. In veel gevallen is de hypotheeklast afgedekt en dat is in ieder geval iets. Maar dan begint het pas. Vervolgens toon ik de gemiddelde vaste en variabele maandlasten van een gezin met een beneden modaal inkomen (volgens de landelijke gegevens van onderzoeksbureau NIBUD). Dan hebben we het dus over kosten voor gas, elektriciteit, water, telefoon en internet, belastingen en heffingen, verzekeringen, kleding, voeding, persoonlijke verzorging etc. We gaan uit van een situatie zonder luxe, maar waarbij de financiële middelen in ieder geval toereikend zijn om 'normaal' van te kunnen leven.
In de meerderheid van de gevallen kijk je dan in een gapend financieel gat. "Hoe kan dat? Ik ben toch ook verzekerd via mijn werkgever?" klinkt het verweer. Inderdaad, met een goed pensioenfonds met eventueel aanvullende dekking zou dat zo zijn. In de praktijk blijken de verschillen tussen pensioenfondsen levensgroot. Van het pensioenfonds van de Bouw en Horeca is het belabberde nabestaandenpensioen lang niet bij iedereen bekend. Maar om geen onleefbare situatie na te laten, zou het voor iedereen verstandig zijn om eens goed naar zijn eigen pensioenstukken te kijken. Of te laten kijken door ons.
Afgelopen week voerde ik toevallig nog twee periodieke gesprekken. De ene had via zijn werkgever het nabestaandenpensioen zelf al flink bijverzekerd. Niks meer aan doen dus. De ander had vorig jaar bij ons een plannetje afgesloten en stapte met een gerust gemoed de deur weer uit. Ook kom ik regelmatig klanten tegen die in gezamenlijk overleg besluiten zich bewust niet extra te verzekeren. Wie dan weer leeft, wie dan weer zorgt is dan een weloverwogen keuze en dat respecteer ik evenzeer.